Synoniemen: bekrompen, eng, krap, nauw
Woordsoort | bijvoeglijk naamwoord |
---|
Uitspraak | /smɑl/ |
---|
Afbreking | smal |
---|
Trappen van vergelijking
Stellende trap | smal |
---|
Vergrotende trap | smaller |
---|
Overtreffende trap | smalst |
---|
Verbuiging
| Stellende trap | Vergrotende trap | Overtreffende trap |
---|
Predicatief | smal | smaller | (het) smalst, (het) smalste |
---|
Attributief | Onbepaald | Manlijk en vrouwelijk enkelvoud | smalle | smallere | smalste |
---|
Onzijdig enkelvoud | smal | smaller | smalst |
---|
Meervoud | smalle | smallere | smalste |
---|
Bepaald | smalle | smallere | smalste |
---|
Partitief | smals | smallers | |
---|
Toen hij achter een gordijn keek, zag hij daar een smalle gang.
De weg was smal en klom met vele bochten steil tegen een berg op.
We waren hem snel gevolgd en zagen allemaal de gestalte van een man, die vlug over het smalle gazon rende en in de struiken verdween.
Ze kwamen bij een smalle kloof die naar boven steeds nauwer werd.