Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord nag

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
nag
(pony)
nag
insistadi tede
nag
;
zeuren
ripetadi tede

EngelsNederlands
nag bevitten; doordrammen; drammen; drammer; hakken; hit; judassen; paard; pesten; treiteren; vitten; zaniken; zeuren
nag at hakken op; vitten op
nag at somebody op iemand zitten hakken
nagger zanik; zaniker; zeur; zeurpiet
nagging getreiter; pesterij
pad‐nag telganger