Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord manager

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
manager
(administrator)
; ;
manager
(conductor; director; leader; marshal)
manager
(director)
;
manager
(executive)
manager
bank manager
(banker)
(direct; guide; steer; conduct; drive; head; lead; refer; address);
(keep house);
mastrumi
(administer); ;
🔗 Aleksej managed to buy a ticket to Vladikavkaz in the Russian region of North Ossetia, just north of the Georgian border.
manageress
manageress
;
stage‐manager
(director)

EngelsNederlands
manager administrateur; bedrijfsleider; beheerder; bestuurder; chef; directeur; gerant; leider; manager; overste; uitbater; zaakvoerder
bank manager bankdirecteur
branch manager filiaalhouder; zaakvoerder
city manager gemeentesecretaris
general manager hoofdbestuurder
joint manager mededirecteur
manager’s disease managerziekte
personnel manager personeelschef
sales manager verkoopleider
team manager ploegleider
works manager bedrijfsleider
manage aankunnen; administreren; bedisselen; behandelen; beheren; besturen; flikken; het aanleggen; het bolwerken; het klaarspelen; het uitzingen; het ’m flikken; het ’m leveren; leiden; opkunnen; regeren; rondkomen; versieren; weten
manageress administratrice; bestuurster; cheffin; directrice; leidster; manager
managerial bedrijfsorganisatorisch; bestuurs‐; directie‐; organisatorisch
managership beheer; bestuur; leiding
office‐manager chef
stage‐manager inspeciënt; inspiciënt; regisseur; toneelmeester
submanager onderdirecteur