Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord fishing‐season

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(fishery)
visvangst
🔗 They are using old boats manned by the military, by people who have no knowledge about fishing.
(flavour)
; ;
(harden; temper; steel; toughen)
(spice; flavour)
spici

EngelsNederlands
fishing‐season visseizoen; vistijd
fishing vissen; visvangst
season bronsttijd; drogen; drukke tijd; gewennen; goed laten drogen; jaargetij; jaargetijde; jachtseizoen; konfijten; kruiden; rijp laten worden; rijp worden; seizoen; smakelijk maken; temperen; tijd; tijdperk; toebereiden