Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord fill out

Engels	Nederlands (indirect vertaald)	Esperanto
fill (occupy; take up)	beslaan	enspaci
fill (fill in; fill up; imbue; permeate)	stoppen ; vólmaken ; vullen	plenigi
fill (occupy; take; engage; hold; involve)	bekleden ; beslaan ; bezetten ; innemen	okupi
fill (become full; imbue)	vollopen ; zich vullen	pleniĝi
fill (block; clog; stop up; choke; congest; plug; stuff; tamp; stop; stopper)	stoppen	ŝtopi
fill (stop)	plomberen ; vullen	plombi

Engels	Nederlands
fill out	⇆ bollen; ⇆ dik worden; ⇆ invullen; ⇆ opvullen; ⇆ vullen
fill	⇆ aanvullen; ⇆ bekleden; ⇆ beslaan; ⇆ bezetten; ⇆ doen zwellen; ⇆ innemen; ⇆ inschenken; ⇆ invullen; ⇆ opproppen; ⇆ opstoppen; ⇆ plamuren; ⇆ plomberen; ⇆ stoppen; ⇆ uitvoeren; ⇆ vervullen; ⇆ verzadigen; ⇆ volgieten; ⇆ volgooien; ⇆ vollopen; ⇆ volraken; ⇆ volschenken; ⇆ volscheppen; ⇆ voorzien in; ⇆ vullen; ⇆ vulling; ⇆ vólmaken; ⇆ waarnemen; ⇆ zich vullen

Engels

Nederlands

fill out

⇆ bollen; ⇆ dik worden; ⇆ invullen; ⇆ opvullen; ⇆ vullen

fill

⇆ aanvullen; ⇆ bekleden; ⇆ beslaan; ⇆ bezetten; ⇆ doen zwellen; ⇆ innemen; ⇆ inschenken; ⇆ invullen; ⇆ opproppen; ⇆ opstoppen; ⇆ plamuren; ⇆ plomberen; ⇆ stoppen; ⇆ uitvoeren; ⇆ vervullen; ⇆ verzadigen; ⇆ volgieten; ⇆ volgooien; ⇆ vollopen; ⇆ volraken; ⇆ volschenken; ⇆ volscheppen; ⇆ voorzien in; ⇆ vullen; ⇆ vulling; ⇆ vólmaken; ⇆ waarnemen; ⇆ zich vullen