Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord fig

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
Barbary fig
(Indian fig opuntia; cactus pear; nopal)
fig buttercup
(lesser celandine; pilewort)
speenkruid
Hottentot’s fig
(Hottentot‐fig; highway ice plant)
Indian fig opuntia
(Barbary fig; cactus pear; nopal)
rubber fig
(rubber plant; Indian rubber tree)
Indische rubberboom
;
kaŭĉuja figujo
sour fig
(Hottentot‐fig; Hottentot’s fig; highway ice plant)
sycamore fig
(sycamore)
wilde vijg
devil’s‐fig
(turkey berry; prickly nightshade; shoo‐shoo bush; wild egg‐plant; pea egg‐plant; pea aubergine)
pikilhava solano
fig‐tree
Hottentot‐fig
(Hottentot’s fig; highway ice plant)

EngelsNederlands
figvijg; vijgeboom
Barbary figvijgcactus
fig buttercupspeenkruid
Hottentot’s figHottentotvijg
I don’t care a fighet kan me geen snars schelen; ik geef er geen zier om
Indian fig opuntiavijgcactus
in full figin vol ornaat
rubber figIndische rubberboom; rubberplant
sour figHottentotvijg
devil’s‐figerwt‐aubergine
fig‐leafvijgeblad
fig‐treevijgeboom
Hottentot‐figHottentotvijg