Informatie over het woord vijg (Nederlands → Esperanto: figo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/vɛi̯x/
Afbrekingvijg

Voorbeelden van gebruik

Nadat ze een sober maal van biscuits, vlees uit blik en vijgen hadden verorberd en daarbij uit de waterzakken hadden gedronken, pompten ze hun luchtbedden op en doken ze in hun slaapzakken.

Vertalingen

Albaneesfik
Catalaansfiga
Deensfigen
DuitsFeige
Engelsfig
Esperantofigo
Faeröersfika
Fransfigue
Hongaarsfüge
Italiaansfico
Latijnficus
Noorsfiken
Portugeesfigo
SaterfriesFiege
Spaanshigo
Srananfiga
Tagalogigos
Westerlauwers Friesfiich
Zweedsfikon