Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord escape hatch
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(flee; get away) | ; ; ; | |
🔗 How had the girl escaped? | ||
(elude) | zich eruit draaien ; zich eruit redden | |
(flee) | ||
(escape from) | ||
🔗 She will need strong magic to escape the demon Thrang. | ||
hatch (shade; hachure) | ||
hatch (shade) | ombrumi | |
hatch (invent; devise; engineer; mastermind; make up) | ||
hatch (ticket‐window; window; counter; office; box‐office; ticket‐office; wicket) | ||
hatch (hatch out) |
Engels | Nederlands |
---|---|
escape hatch | ⇆ noodluik; ⇆ ontsnappingsluik |
escape | ⇆ lek; ⇆ ontgaan; ⇆ ontglippen; ⇆ ontkomen; ⇆ ontkoming; ⇆ ontlopen; ⇆ ontsnappen; ⇆ ontsnappen aan; ⇆ ontsnapping; ⇆ ontvallen; ⇆ ontvluchten; ⇆ ontvluchting; ⇆ opslag; ⇆ uitbraak; ⇆ uitredding; ⇆ uitstromen; ⇆ uitweg; ⇆ vlucht; ⇆ vrijlopen; ⇆ wilde uitloper |
hatch | ⇆ aanstichten; ⇆ arceren; ⇆ bekokstoven; ⇆ bekonkelen; ⇆ broed; ⇆ broeden; ⇆ broeden op; ⇆ broedsel; ⇆ halve deur; ⇆ luik; ⇆ luikgat; ⇆ onderdeur; ⇆ uitbroeden; ⇆ uitkomen |