Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord decency

Engels	Nederlands (indirect vertaald)	Esperanto
decency (appropriateness; decorum; fitness)	fatsoen	dececo
decency (consideration; helpfulness; readiness)	bereidvaardigheid ; schikkelijkheid ; toeschietelijkheid	komplezemo
decency (decorum)	betamelijkheid	deco
decency	braafheid ; deugdzaamheid ; eerbaarheid ; rechtschapenheid	virteco
decent (fitting; proper; suitable; appropriate; seemly; becoming; befitting; decorous)	behoorlijk ; betamelijk ; fatsoenlijk ; welvoeglijk ; net	deca

Engels	Nederlands
decency	⇆ betamelijkheid; ⇆ fatsoen; ⇆ fatsoenlijkheid; ⇆ gevoeglijkheid; ⇆ ordentelijkheid
for decency’s sake	⇆ fatsoenshalve
in honour and decency	⇆ in alle eer en deugd; ⇆ in eer en deugd
the decencies	⇆ het decorum
decent	⇆ aardig; ⇆ behoorlijk; ⇆ betamelijk; ⇆ decent; ⇆ fatsoenlijk; ⇆ gepast; ⇆ geschikt; ⇆ met goed fatsoen; ⇆ net; ⇆ oorbaar; ⇆ ordentelijk; ⇆ schappelijk; ⇆ schikkelijk; ⇆ welvoeglijk
indecency	⇆ onbehoorlijkheid; ⇆ onbetamelijkheid; ⇆ oneerbaarheid; ⇆ onfatsoenlijkheid; ⇆ onvoegzaamheid; ⇆ onwelvoeglijkheid