Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord gepast
| Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
|---|---|---|
| (betamelijk; geschikt; passend; toepasselijk; oorbaar) | becoming ; seemly ; suitable ; expedient ; ; ; befitting | |
🔗 Men moet dat soort lieden soms met een gepast woord op zijn plaats zetten. | ||
| (doelmatig; geschikt; passend) | ; handy ; ; useful | |
🔗 Ik bewaarde mijn bedenkingen tot een gepaster ogenblik en hield mij alleen met de maaltijd bezig. | ||
| (fatsoen; voegzaamheid; welvoeglijkheid) | fitness | |
| (geschiktheid; toepasselijkheid) | expedience | |
| (onoorbaar) | unseemly ; unfit ; inappropriate | |
🔗 De meerderheid vond het ongepast. | ||
| (betamen; voegen) | befit | |
🔗 Het past voor mannen van mijn en uw soort niet langer samen te reizen dan noodzakelijk is. | ||
esti laŭmezura | ||
🔗 De ene helft van zijn gezicht paste niet bij de andere. | ||
| (betamen; conveniëren; gelegen komen; schikken; uitkomen; voegen) | ; | |
| (aanpassen) | ; ; ; ; ; ; assay ; | |
sidi bone | ||
| (aanpassen) | try on | surprovi |
| (aanpassen) | try on | vesti prove |
| Nederlands | Engels |
|---|---|
| gepast | ⇆ adequate; ⇆ apposite; ⇆ apt; ⇆ becoming; ⇆ becomingly; ⇆ befitting; ⇆ comely; ⇆ congruous; ⇆ decent; ⇆ decently; ⇆ due; ⇆ expedient; ⇆ fit; ⇆ fitting; ⇆ meet; ⇆ meetly; ⇆ proper; ⇆ seemly; ⇆ suitable |
| gepast geld | ⇆ the exact sum |
| gepastheid | ⇆ adequacy; ⇆ adequateness; ⇆ appositeness; ⇆ becomingness; ⇆ comeliness; ⇆ convenience; ⇆ expedience; ⇆ expediency; ⇆ fitness; ⇆ meetness; ⇆ propriety; ⇆ suitability |
| ongepast | ⇆ flip; ⇆ flippant; ⇆ impertinent; ⇆ improper; ⇆ inapposite; ⇆ inappropriate; ⇆ inappropriately; ⇆ incongruous; ⇆ indecorous; ⇆ unapt; ⇆ unbecoming; ⇆ unbefitting; ⇆ undue; ⇆ unfit; ⇆ unmeet; ⇆ unseemly; ⇆ unsuitable; ⇆ improperly; ⇆ indecorously |
| passen | ⇆ become; ⇆ befit; ⇆ behove; ⇆ beseem; ⇆ dovetail; ⇆ fit; ⇆ fit on; ⇆ fitting; ⇆ pass; ⇆ resign; ⇆ suit; ⇆ try on; ⇆ be convenient |