Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord baby wear
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
baby wear | bebovestoj | |
baby wear | ||
(babe) | ; zuigeling | |
(darling; babe; precious; sweetheart; love) | ||
(babe) | ; | |
; | ||
🔗 Why did he wear the hood? | ||
(go about; tack) | bij de wind draaien ; overstag gaan | taki |
(continue; endure; keep on; last; persist; go on) | ; ; ; ; ; | |
slijtage | ||
(carry) | ||
🔗 Did you think they wore signs? |
Engels | Nederlands |
---|---|
baby wear | ⇆ babykleding |
baby | ⇆ baby; ⇆ jong; ⇆ jongste; ⇆ kind; ⇆ kinder‐; ⇆ kindje; ⇆ klein; ⇆ kleine; ⇆ kleintje; ⇆ liefje; ⇆ meisje; ⇆ zuigeling |
wear | ⇆ aanhebben; ⇆ afmatten; ⇆ afslijten; ⇆ degelijkheid; ⇆ dracht; ⇆ dragen; ⇆ gebruik; ⇆ goed; ⇆ houdbaarheid; ⇆ kleding; ⇆ kleren; ⇆ lang vallen; ⇆ slijtage; ⇆ slijten; ⇆ uitsluiten; ⇆ vermoeien; ⇆ verslijten; ⇆ vertonen; ⇆ voorbijgaan; ⇆ voorhebben; ⇆ zich houden; ⇆ zich laten dragen |