Dictionnaire néerlandais–français
Traduction française du mot néerlandais schelden
néerlandais | français (traduit indirectement) | espéranto |
---|---|---|
(uitschelden; schelden op) | insulter | |
(beledigen; schelden; uitschelden) | insulter | |
🔗 Zij greep dinsdag niet in toen PVV‐Kamerlid Geert Wilders begon te schelden op Kamerleden en bewindslieden met een islamitische en of buitenlandse achtergrond. | ||
acquitter ; dégager | ||
(aanbellen; bellen; luiden) | ; sonner à la porte | |
🔗 En u hoeft niet zo langdurig te schellen. | ||
(beledigen; schelden; schelden op) | insulter |