Dictionnaire néerlandais–français
Traduction française du mot néerlandais grijpen
| néerlandais | français (traduit indirectement) | espéranto |
|---|---|---|
| (aangrijpen; bemachtigen; te pakken krijgen; vastgrijpen) | agripper ; saisir | |
🔗 Grijpt hem! | ||
| (zich verbreiden; zich verspreiden) | se propager | |
🔗 Het vuur grijpt om zich heen. | ||
| (aanpakken; aanvallen; attaqueren) | assaillir ; | |
🔗 Wanneer ik je eenmaal aangrijp, is het pleit al beslecht. | ||
| (bemachtigen; grijpen; te pakken krijgen; vastgrijpen) | agripper ; saisir | |
🔗 Hij heeft de kans aangegrepen om deze invloed te bestrijden. | ||
| (ontroeren) | affecter ; émouvoir ; remuer | |
🔗 Wat mij vanmorgen gepasseerd is, heeft mij aangegrepen, en geen wonder! | ||
affecter | ||
| (snappen; vatten; verstaan) | ||
🔗 Ik begrijp niet wat u bedoeld. | ||
| (beseffen; verstaan; bevatten) | ||
🔗 Ik begrijp de wereld niet meer. | ||
| (tussenbeide komen) | intervenir | |
🔗 Toen greep God in. | ||
| (mislopen; missen) | manquer ; rater | maltrafi |
🔗 Toen het monster misgreep was de woedende kreet die het slaakte volstrekt onmenselijk, en Lirael begon te rennen zoals ze nog nooit had gerend, zonder acht te slaan op haar pijnlijke voeten. | ||
glissant | ||
| (gebeuren; geschieden; gevallen; omgaan; passeren; plaatshebben; plaatsvinden; voorvallen; zich afspelen; zich voltrekken; zich toedragen; vóórkomen) | ; avoir lieu ; intervenir | |
🔗 Zijn scherp verstand herinnerde zich plotseling de vreemde wekker in de garage en de ontploffing die daar had plaatsgegrepen. | ||
| (aangrijpen; bemachtigen; grijpen; te pakken krijgen) | agripper ; saisir | |
🔗 „Wie is daar?” zei de soldaat, terwijl hij zijn speer stevig vastgreep. | ||