English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word publish

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(produce; bring out; elicit)
laten verschijnen
(write for the press)
🔗 That’s because nobody else had the nerve to publish them.
publish
; ;
🔗 The mayor of Kyiv, Vitalij Kličko, has told the BBC the Russian public will eventually realize their young soldiers are dying for nothing more than Russian president Vladimir Putin’s ambitions.
(state)
🔗 It will be paid from public funds.
publication
(proclamation; publicity)
;
publication
publication
(edition; issue)
(publishing house)
uitgeverij
🔗 Trump’s lawyers fired off cease and desist letters to Bannon and to Wolff’s publisher.
publisher
publisher

EnglishDutch
publish afkondigen; bekendmaken; laten verschijnen; openbaar maken; publiceren; publiek maken; uitgeven
public algemeen; gemeen; lands‐; openbaar; openlijk; overheids‐; publiek; rijks‐; staats‐; volks‐
publication afkondiging; bekendmaking; blad; nummer; openbaarmaking; publicatie; uitgave; verschijning
publishable geschikt voor publicatie
publisher uitgever; uitgeverij
publishing uitgeversbranche
republish heruitgeven