English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word jack

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(Jacob; James; Jim); ; ;
;
vijzel
;
steekcontact
;
(daw; jackdaw; western jackdaw; Eurasian jackdaw; European jackdaw; chough)
banana jack
(banana plug)
before you can say Jack Robinson
(before you know it; in a twinkling; off‐hand; before you could say Jack Robinson; in a brace of shakes; in a jiffy; in a shake; in the twinkling of an eye; in two shakes; in two shakes of a lamb’s tail)
before you could say Jack Robinson
(before you know it; in a twinkling; off‐hand; before you can say Jack Robinson; in a brace of shakes; in a jiffy; in a shake; in the twinkling of an eye; in two shakes; in two shakes of a lamb’s tail)
jack off
(toss off; fap; jerk off)
onani
(northern scrub pine; grey pine; Banksian pine; Hudson Bay pine; Banks pine; princess pine; eastern jack pine)
🔗 Fire stimulates release and germination of seeds of the jack pine, and also enriches the forest floor with wood ash and removes competing vegetation.
black‐jacks
(English plantain; narrowleaf plantain; ribwort plantain; ribleaf; lamb’s‐tongue)
smalle weegbree
Jack‐go‐to‐bed‐at‐noon
(meadow salsify; showy goat’s beard; meadow goat’s beard)
Jack‐jump‐up‐and‐kiss‐me
(pansy; heart’s‐ease; heart’s delight; tickle‐my‐fancy; come‐and‐cuddle‐me; three faces in a hood; love‐in‐idleness; wild pansy)
driekleurig viooltje
screwjack

EnglishDutch
jack boegsprietvlaggetje; boer; bok; dommekracht; geus; hefboom; horsmakreel; kauw; kerel; kerkkraai; krik; los arbeider; man; mannetje; vijzel; vijzelen; zaagbok
Jack Jan; janmaat
banana jack banaanstekker
before you can say Jack Robinson binnen de kortste keren; in de kortste keren; in een wip
before you could say Jack Robinson in een wip
black jack eenentwintigen; geteerde leren kruik; piratenvlag; ploertendoder; zinkblende
cheap Jack kramer; scharrelaar; venter
every man jack iedereen
I’m all right Jack mij kan het niks verdommen; niks mee te schaften
Jack Frost Koning Winter
jack it in het opgeven
Jack Ketch de beul
jack‐of‐all‐trades and master of none twaalf ambachten, dertien ongelukken
jack off zich aftrekken
jack pine struikden
jack plug enkelvoudige stekker; jack
Jack Raw een recruut
jack up opkrikken; opvijzelen; vijzelen
lifting jack dommekracht; krik
pilot jack loodsvlag
black‐jacks smalle weegbree
jack‐a‐dandy kwast; kwibus
Jack‐go‐to‐bed‐at‐noon gele morgenster
jack‐in‐the‐box duiveltje‐in‐een‐doosje; duveltje‐in‐een‐doosje
Jack‐jump‐up‐and‐kiss‐me driekleurig viooltje
jack‐of‐all‐trades manusje‐van‐alles; scharrelaar
jack‐o’‐lantern dwaallicht
jackpot jackpot; pot; prijs
Jack‐tar janmaat
jumping‐jack trekpop
screwjack dommekracht; krik; vijzel
steeplejack <hersteller van hoge torens en schoorstenen>