English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word flame‐colour

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(paint; stain)
(dye)
🔗 Turner pained many masterpieces with only two colours.
(paint);
(dye; paint)
(colouring; colourway)
;
🔗 Hydrogensulphide burns in oxygen with a blue flame to form sulphurdioxide (SO₂) and water.
(flare)
🔗 Wulfhere’s eyes flamed.

EnglishDutch
flame‐colour vlamkleur
colour bemantelen; beïnvloeden; blozen; dekmantel; drukinkt; een kleur krijgen; een verkeerde voorstelling geven van; huidskleur; inkleuren; kleur; kleuren; kleursel; kleurtje; schijn; tint; tintje; vaandel; vendel; verbloemen; verf; verven
flame hitte; ontvlammen; opvlammen; schitteren; vlam; vlammen; vuur