English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word even out

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(flat; level; smooth);
(level; flatten; roll; smooth);
(equal; level); ;
(level; equalize)
(indeed; actually)
🔗 He does not even understand their language.
(paid‐up; square; quits; acquitted)
(paired)
para
(regular; steady)
🔗 Cagayan de Oro does not receive an even amount of rainfall throughout the year.

EnglishDutch
even out afvlakken; gelijk maken; gelijkmatig spreiden; gelijk verdelen; spreiden; vlakker maken; vlakker worden
even avond; effen; effenen; egaal; even; gelijk; gelijkmaken; gelijkmatig; gelijkstellen; ja zelfs; juist; net; nog; quitte; rond; vol; zelfs