English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word certain

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(sure; for sure)
🔗 We can’t be certain of these things.
(a few; some);
iuj
🔗 On the other hand, students must be warned against certain words which, although similar in form, differ considerably in meaning in Danish and English.
a certain
(a; an; any; some)
; ; ;
ascertain
(establish; take note; note; notice)
;
ascertain
zich verzekeren van
certiĝi pri
(assuredly; surely); ;
🔗 I most certainly did not!
(indeed; surely; absolutely; decidedly; definitively; after all)
certainty
(certitude)
vastigheid
;
(doubtful; dubious; precarious; shaky);
🔗 He returned to Buffalo, as yet uncertain of what he would do.
uncertain
(rocky)

EnglishDutch
certain bepaald; enige; geheid; gewis; sommige; vaststaand; wis; zeker
certain of zeker van
for certain heel zeker; met zekerheid; vast; zeker
in a certain sense in zekere zin
in certain cases in bepaalde gevallen
make certain zich vergewissen
ascertain bepalen; constateren; nagaan; uitmaken; vaststellen; zich vergewissen van
certainly geheid; vast; voorzeker; waarachtig; zeker; zeker wel
certainty gewisheid; vastigheid; zekerheid
uncertain in het ongewisse; onbepaald; onbestendig; ongewis; onvast; onzeker; vaag; veranderlijk