Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word onbepaald

Dutch	English (translated indirectly)	Esperanto
onbepaald (onzeker)	uncertain	necerta
voor onbepaalde tijd	indefinitely	por nedifinita tempo
bepaald (beslist; geheid; stellig; vast; wel degelijk; zeker)	assuredly ; certainly ; surely	certe
🔗 Sommige van mijn resultaten zijn bepaald merkwaardig.
bepaald (definitief)	definite ; particular ; specific	difinita
🔗 Ik zocht eigenlijk niet naar iets bepaalds.
bepaald (beslist; volstrekt; absoluut)	definitely	nepre
bepaald (ongetwijfeld; zeker)	decidedly	sendube
onbepaaldheid	inaccuracy	neprecizeco

Dutch	English
onbepaald	discretionary; indefinite; indefinitely; indeterminate; infinitive; interminate; uncertain; undefined; undetermined; unlimited; vague
voor onbepaalde tijd	for any length of time; indefinite; indefinitely; sine die
bepaald	appointed; certain; decidedly; definite; definitely; definitive; distinct; downright; fairly; fixed; fixedly; frankly; given; particular; positive; quite; really; specific; stated; set; positively
onbepaaldheid	indeterminacy; indetermination; unlimitedness; indefiniteness; uncertainty; vagueness