Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word zijgang

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 Net als bij de eerste gang legde Zap 210 weinig eetlust aan de dag.
(gaan; loop; verloop)
progress
(corridor)
corridor
;
passage
; ;
🔗 De gang werd wat breder.
(flank; zijde)
🔗 Voorzichtig ging hij op zijn zij liggen.
(zijde)
🔗 Simon gaf haar een sigaret.
🔗 Er wordt hun een worst voorgehouden

DutchEnglish
zijgang side‐corridor
gang alley; ambulatory; corridor; course; current; drive; gait; go; headway; movement; pace; passage; progress; trend; tunnel; walk; way; tack; tenor; gallery; speed; rate; march; thread; pass; hallway
zij they; she; side