Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word woordspel
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
playing | ||
🔗 Wat denkt u van het spel, meneer Bol? | ||
🔗 Elk woord is hier te veel. | ||
🔗 Je hebt het woord „moordenaar” gebruikt. | ||
🔗 Het woord is aan de markies de Cantecler. | ||
🔗 En u moet nu maar erg op uw woorden passen! | ||
🔗 De drager van deze ring moet zich altijd aan zijn woord houden, zie je? | ||
Dutch | English |
---|---|
woordspel | ⇆ word game |
spel | ⇆ acting; ⇆ business; ⇆ deck; ⇆ game; ⇆ hand; ⇆ pack; ⇆ play; ⇆ stage business; ⇆ sport; ⇆ set; ⇆ gaming; ⇆ playing |
woord | ⇆ parole; ⇆ word; ⇆ vocable |