English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word active

English	Dutch (translated indirectly)	Esperanto
active	actief ; bedrijvig ; werkzaam	agema
active	actief	aktiva
active	roerig	moviĝema
active (assets)	actief	aktivo
active (alert; brisk; keen; lively; sprightly; sprited; vigorous; perky; spry; zippy; upbeat)	levendig	vigla
active (diligent; hardworking; industrious; assiduous)	arbeidzaam ; ijverig ; naarstig ; nijver ; vlijtig	diligenta
active voice	bedrijvende vorm	aktiva voĉo
activate (put on; start; turn on; switch on; actuate; start off; put into action; put into force; put into operation)	activeren	aktivigi
activate	radioactief maken	radioaktivigi
activity (action; practice)	actie ; gedoe ; handeling ; optreden ; toedoen	agado
activity (action)	activiteit ; bedrijvigheid	aktiveco
activity (gusto; spirit; stir; dynamism; liveliness; vigour; zip)	bedrijvigheid	vigleco
hyperactive	hyperactief	hiperaktiva
inactive	inactief	neaktiva
inactive (sleeping; asleep; in abeyance)	slapend	dormanta
interactive	overeenkomend	interresponda
proactive	proactief	anticipa
radioactive	radioactief	radioaktiva
🔗 When nuclear fuel gets recycled, the process releases radioactive krypton and xenon gases.
retroactive	terugwerkend	retroaktiva

English	Dutch
active	⇆ actief; ⇆ bedrijvend; ⇆ bedrijvig; ⇆ daadwerkelijk; ⇆ levendig; ⇆ roerig; ⇆ werkend; ⇆ werkzaam
active debts	⇆ uitstaande schulden
active service	⇆ actieve dienst
active voice	⇆ bedrijvende vorm
in active service	⇆ in effectieve dienst
activate	⇆ activeren; ⇆ ontketenen; ⇆ radioactief maken
activity	⇆ activiteit; ⇆ bedrijvigheid; ⇆ bezigheid; ⇆ roerigheid; ⇆ werkzaamheid
inactive	⇆ inactief; ⇆ non‐actief; ⇆ onwerkzaam; ⇆ traag; ⇆ werkeloos; ⇆ werkloos
interactive	⇆ interactief
proactive	⇆ proactief
radioactive	⇆ radioactief
retroactive	⇆ terugwerkend