Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word vuuraanbidder

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(vereerder)
worshipper
;
🔗 „Eerlijk gezegd zie ik niet in”, zei Wamba, „waarom de aanbidders van Mohammed beter zijn dan het eenmaal uitverkoren volk.”
🔗 De drie reizigers gingen bij het vuur zitten.
(gloed)
glow
; ;
🔗 „Ketterij”, zei Traz Onmale, maar zonder veel vuur.
🔗 Van vuur zijn ze niet bang.
(ambitie; ijver);
(vlam)
(heftigheid; onstuimigheid)
impetus
; ; ;
(gloed; pit; pittigheid; verve)
verve
; ;
🔗 In het vuur van hun gesprek hadden de beide heren niet op de omgeving gelet, en daardoor was het hun ontgaan dat er door het luchtruim een ballon naderde.

DutchEnglish
vuuraanbidder fire‐worshipper
aanbidder admirer; adorer; idolater; worshipper; votary
vuur ardency; ardour; bonfire; dry‐rot; eagerness; fervency; fire; flame; glow; heat; ingle; mettle; élan; verve; zeal; spirit; rot; vim