Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word vurig

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(gloeiend);
burning
(brandend)
fiery
(ambitieus; fervent; ijverig; volijverig);
fervent
;
keen
sanguine
;
cheerful
sangvina
(pittig)
spirited
(fel)
🔗 De vraag is alleen wat die in Spalding zo vurig verlangde Brexit nu eigenlijk opleverde.
vurigheid
zealousness
🔗 De drie reizigers gingen bij het vuur zitten.
(gloed)
glow
; ;
🔗 „Ketterij”, zei Traz Onmale, maar zonder veel vuur.
🔗 Van vuur zijn ze niet bang.
(ambitie; ijver);
(vlam)
(heftigheid; onstuimigheid)
impetus
; ; ;
(gloed; pit; pittigheid; verve)
verve
; ;
🔗 In het vuur van hun gesprek hadden de beide heren niet op de omgeving gelet, en daardoor was het hun ontgaan dat er door het luchtruim een ballon naderde.

DutchEnglish
vurig ardent; ardently; burning; devout; eager; eagerly; earnest; earnestly; fervent; fervently; fervid; fervidly; fierily; fiery; flamy; glaring; high‐spirited; hot; hot‐blooded; igneous; inflamed; keen; keenly; mettled; mettlesome; perfervid; red; red‐hot; spirited; strong; warm; zealous
vurigheid ardour; fervency; fervour; fieriness; spirit; redness; inflammation
vuur ardency; ardour; bonfire; dry‐rot; eagerness; fervency; fire; flame; glow; heat; ingle; mettle; élan; verve; zeal; spirit; rot; vim