Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word vroeg

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(vroegtijdig)
🔗 In Rommeldam viel de sneeuw vroeg dat jaar.
(pril; vroegtijdig)
🔗 Van het vroege voorjaar tot laat in de herfst ontdekken we op elke wandeling planten die we nog niet kennen of waarvan ons de naam ontschoten is.
plej frue
🔗 Wanneer kan ik op z’n vroegst naar Marune?
vroege krokus
(gele krokus)
snow crocus
;
golden crocus
(morgenochtend)
tomorrow morning
🔗 Laten we nou verstandig zijn en morgenvroeg eerst de hele omtrek van het eiland verkennen.
(verhaasten)
; ; ;
🔗 Karel, mag ik jou iets vragen?
(vragen naar)
ask about
(inviteren; noden; uitnodigen)
(verzoeken; vragen om); ;
🔗 Waarom vraag je geen hulp?
(pril; vroeg)
(tijdig; vroeg)
🔗 De volgende morgen is iedereen vroegtijdig wakker.
(rosse vleermuis)
common noctule
;
common noctule bat

DutchEnglish
vroeg at an early hour; early; forward; precocious; premature; rath; rathe; soon; untimely
niets te vroeg none too early; none too soon
op z’n vroegst at the earliest
van vroeg tot laat from early in the morning till late at night
vroege krokus snow crocus; golden crocus
vroeg of laat first or last; sooner or later
vroeg opstaan be an early riser; rise early
morgenvroeg early tomorrow morning
vervroegen advance; bring forward; put forward; fix at an earlier time; fix at an earlier hour; move forward
vragen ask; ask of; beg; call on; call upon; challenge; charge; crave; demand; inquire; interrogate; invite; query; question; solicit; seek; require; propose to
vroegdienst morning‐service; early service
vroegkerk early service
vroegmis morning mass; early mass
vroegpreek early service
vroegrijp forward; precocious; rare‐ripe; early ripe
vroegrijpheid precocity
vroegtijdig early; untimely; premature; betimes; at an early hour; prematurely; before one’s time
vroegvlieger common noctule; common noctule bat