Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word volkspartij
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(feest; fuif) | ||
🔗 Hij is van de verkeerde partij. | ||
(hoop; set; stel; troep; verzameling; reut) | ||
🔗 Hoeveel moet die partij kosten, heer IJl? | ||
🔗 Chauffeur Hille Wiersma leek een goede partij voor haar. | ||
(partijtje) | ||
🔗 In de tweede partij die woensdag in de groep wordt gespeeld, staat Isner tegenover Marin Čilić. | ||
🔗 Ook over de visserij, een van de andere pijnpunten, liggen de twee partijen nog ver uit elkaar | ||
; ; | ||
🔗 Beide partijen hebben veel te winnen én te verliezen. | ||
(lieden; lui; mensen) | ; | |
(natie) | ||
; ; | ||
🔗 Mijn vader was Hreidmar, de koning van het volk der dwergen. | ||
🔗 De tsaar moest niets van zulk een bijeenkomst des volks hebben. | ||
🔗 Zou het volk een dergelijke daad accepteren? |
Dutch | English |
---|---|
volkspartij | ⇆ people’s party |
partij | ⇆ assembly; ⇆ batch; ⇆ bout; ⇆ cabal; ⇆ entertainment; ⇆ faction; ⇆ game; ⇆ interest; ⇆ junto; ⇆ lot; ⇆ match; ⇆ parcel; ⇆ part; ⇆ party; ⇆ set; ⇆ side; ⇆ supply |
volk | ⇆ commons; ⇆ folk; ⇆ folks; ⇆ people; ⇆ populace; ⇆ nation |