Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word van aanzien kennen
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(aanblik; air; aspect; uiterlijk; vóórkomen) | ; ; | |
🔗 Ik ken hem slechts van aanzien. | ||
; put up with ; ; ; ; ; ; | ||
(achting) | ; | |
(beschouwen; bekijken; kijken naar; bezien; aankijken) | ; | |
🔗 Verbaasd zag de matroos hem aan. | ||
; | ||
🔗 Ken je dat verhaal? | ||
🔗 Kent ge geen toverij om het paard te vangen? | ||
(weten) | ||
🔗 Ken je geen Engels? | ||
🔗 Wie kent deze plant niet? | ||
🔗 Ken je veel van de gasten hier? | ||
🔗 En hoelang ken je Goldman al? |
Dutch | English |
---|---|
van aanzien kennen | ⇆ know by sight |
aanzien | ⇆ authority; ⇆ complexion; ⇆ consideration; ⇆ distinction; ⇆ esteem; ⇆ face; ⇆ look; ⇆ note; ⇆ prestige; ⇆ regard; ⇆ respect; ⇆ respectability; ⇆ look at; ⇆ aspect |
kennen | ⇆ have; ⇆ ken; ⇆ know; ⇆ tell; ⇆ be acquainted with |