Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word torenspits

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
steeple
🔗 Het was dus niet zonder innig genoegen dat ik de torenspits van Soest in het vizier kreeg, en dadelijk was mijn besluit genomen om in dat dorp een ogenblik uit te rusten en enige verversing te gebruiken.
(puntig); ;
pinta
(pienter; scherpzinnig; schrander; snugger)
astute
;
shrewd
;
ingenious
;
sagacious
;
pomeranian
(top; tip; topje); ;
🔗 In het westen, in zijn toren, wachtte Volkhavaar.
;
🔗 Omdat er geen torens meer op het bord stonden, was dat verantwoord.

DutchEnglish
torenspits broach; spire
kerktorenspits church‐tower spire
spits broach; clever; cute; head; nib; peak; peaked; peaky; pointed; spearhead; spire; tip; top; van; vanguard; spired; spiry; sharp; point; summit; forward; forward line; spitz; rush‐hour
toren rook; tower; steeple; turret; castle