Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word tegenwerpen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
;
obĵeti
(aan; bij; naar; op; tot; voor; naar … toe); ; ; ;
🔗 Ik kan net zo goed tegen de stoel praten.
(aan; jegens; met; tegen … aan; tegenover; versus; voor; tegen … in; op);
opposed to
; ; ; ;
🔗 U kunt het toch niet tegen zijn zin kopen?
(om; aan)
🔗 Maar tegen de ochtend ging de storm liggen en de dag brak helder aan.
(bedenking)
objection
🔗 „Zo!” zei ik een weinig verstoord, „maar veroorloof mij nog enige tegenwerpingen met betrekking tot dit document te maken.”
contradiction
(bezwaar)
objection
🔗 Het meisje wilde een tegenwerping maken, doch nu drong het onregelmatige knallen van een motor tot hen door.
(bezwaar)
objection
🔗 Lehuster waagde een tegenwerping te maken.
(flikkeren; gooien);
🔗 Vuil werd gewoon naar buiten op straat geworpen.

DutchEnglish
tegenwerpen object; remonstrate
tegen against; agin; at; at the rate of; by; con; contra; contrary to; on; to; toward; towards; versus; for; as against; opposed to; ’gainst
tegenwerping demurrer; objection; query
werpen cast; dart; dash; deliver; delivery; farrow; fling; hurl; kid; lance; launch; litter; pitching; precipitate; project; projection; throw; thrust; shed; shoot