English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word launch

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(float; mount); ;
van stapel laten lopen
🔗 He had earlier said Iran was “confident” that a missile had not been launched.
(longboat)
(initiate; start; float; institute; introduce; originate)
de stoot geven tot
;
het initiatief nemen tot
(ship’s boat; shallop; sloop; longboat)

EnglishDutch
launch afschieten; barkas; beginnen; de wereld in sturen; inzetten; lanceren; lancering; laten aflopen; ontketenen; oplaten; op touw zetten; slingeren; te water laten; tewaterlating; uitbrengen; van stapel laten lopen; werpen
launch forth in zee steken
launch forth in praise of uitweiden over de verdiensten van
launch into geestdriftig beginnen aan
launch out into zich storten in
launch pad lanceerplatform; opstap
motor launch motorbarkas; motorboot
launching lancering; tewaterlating
relaunch doorstarten; herstarten