Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word stap

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
;
démarche
;
(pas; schrede; voetstap);
🔗 Hij ging opzij en ik nam een stap naar voren.
stap voor stap
(voetje voor voetje)
step by step
(faux pas)
false step
;
🔗 Nog één misstap en je vliegt eruit!
rung
;
stair
; ;
(lopen; schrijden; treden); ;
paŝi
🔗 De drie volgende deelnemers stapten naar de boomstam.

DutchEnglish
stap move; pace; step; stepping‐stone; stride; tread
bij de eerste stap at the first step
dat brengt ons geen stap verder that does not carry us a step farther
de eerste stap the thin end of the wedge
de eerste stap doen take the first step
een stap verder gaan go a step further
geen verdere stappen ondernemen take no further action
grote stappen maken take great strides
het is maar een paar stappen it is but a step
in twee stappen in two strides
met afgemeten stappen with measured steps
met één stap at a stride; at one stride
op stap gaan go for a trot; have a little trot; set out
stappen doen take steps
stappen ondernemen take action
stap voor stap step by step
misstap slip; false step; faux pas; trip; stumble; wrong step; lapse
opstap launch pad; launching pad; riser
stappen amble; gallivant; pace; step; walk; steps; stalk; march
stappenplan progressive scheme; action plan