Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word sleutelpositie

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(stelling)
🔗 Dit bewees dat de positie van het vliegveld nu aan de Jappen bekend was.
(houding; stand);
🔗 Ik nam een andere positie in toen hij op me afkwam om me neer te houwen.
(plaats)
🔗 De kerk hoopt met het bezoek van de paus haar positie op het eiland verder te versterken.
(muzieksleutel)
🔗 Het is de sleutel van de schatkist.
🔗 Als bedreigd lid van de groep was zij de sleutel tot het geheim.

DutchEnglish
sleutelpositie key position
positie fix; guard; place; placing; position; status; stand; standing; station; situation; walk of life
sleutel cipher; clef; damper; key; wrench