Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word schiettent

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(vuren);
🔗 Toen was hij klaar om te schieten.
(schietpartij; vuren);
🔗 Op die manier ging er een uur voorbij met schieten.
kiki
🔗 Els schoot vervolgens meteen de bal in het doel—0–3.
(keet; kraam; kraampje)
🔗 Zonder zich te storen aan de verwarring die hij in de tent achterliet, gaf heer Bommel gas en verdween door het linnen.
(huif)
🔗 Een grote man kwam de tweede tent uit.

DutchEnglish
schiettent rifle‐booth; shooting‐gallery
schieten bag; bang; biff; cannon; dart; fire; flash; gun; pound; shoot; rush; send; shooting; sweep; whisk; dash
tent booth; tent; tilt; awning; joint