English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word flash

Dutch/English
English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
flash
(blink)		;
flash
; ;
schicht
flash
(thunderbolt)
schicht
🔗 Perhaps they were caught in a flash flood and their carcasses were swept downriver onto a sand‐bar.
flashlight
(electric torch)

EnglishDutch
flash⇆ blikkeren; ⇆ bliksemen; ⇆ boeventaal; ⇆ doen flikkeren; ⇆ flikkeren; ⇆ flikkering; ⇆ flits; ⇆ flitsen; ⇆ flitser; ⇆ geflikker; ⇆ geuren met; ⇆ lichtflits; ⇆ nieuwsflits; ⇆ opflikkering; ⇆ opvlammen; ⇆ opwelling; ⇆ opzichtig; ⇆ overseinen; ⇆ plotseling; ⇆ potloodventen; ⇆ schicht; ⇆ schieten; ⇆ schitteren; ⇆ seinen; ⇆ steekvlam; ⇆ straal; ⇆ vlaag; ⇆ voortschieten; ⇆ zaklantaarn
a flash in the pan⇆ een opflikkering
electronic flash⇆ elektronenflitser
flash a message⇆ seinen
flash back⇆ een flashback gebruiken; ⇆ in de herinnering teruggaan; ⇆ in een flits terugdenken
flash bulb⇆ flitslamp; ⇆ flitslampje
flash burn⇆ brandwond
flash by⇆ voorbijflitsen
flash cube⇆ flitsblokje
flash fire⇆ vlammen schieten; ⇆ vuur schieten
flash flood⇆ plotseling opkomend hoogwater
flashing light⇆ flikkerlicht; ⇆ knipperlicht
flash in the pan⇆ strovuur
flash of lightning⇆ bliksemflits; ⇆ bliksemschicht; ⇆ bliksemstraal
flash of wit⇆ geestige inval
flash one’s money about⇆ zijn geld rondstrooien
flash past⇆ voorbijflitsen
flash something⇆ iets opvallend tonen; ⇆ iets plotseling tonen
in a flash⇆ in een oogwenk
it flashed across my mind⇆ het schoot mij door het hoofd
it flashed through my mind⇆ het flitste mij door het hoofd; ⇆ het schoot mij door het hoofd
it flashed upon me⇆ het schoot mij door het hoofd
flashback⇆ flashback; ⇆ terugblik
flashcard⇆ flashcard
flasher⇆ knipperlicht; ⇆ potloodventer
flashgun⇆ flitsapparaat; ⇆ flitser
flashing⇆ <metalen strip als waterwering tussen dak en muur>; ⇆ geflikker
flash‐lamp⇆ flitslamp
flashlight⇆ flikkerlicht; ⇆ flitslicht; ⇆ lantaarn; ⇆ lantaren; ⇆ zaklantaarn
flashpoint⇆ kookpunt; ⇆ ontvlammingspunt
flashy⇆ opzichtig; ⇆ poenig