Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word roofhol

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(diepliggend)
enkaviĝinta
(ingevallen)
🔗 Zij verschool zich in een grote, holle eik.
kaveca
(holte; uitholling)
cavity
(holte; krocht; spelonk);
cavern
;
(gat; holte);
cavity
; ;
(concaaf; holrond)
concave
🔗 Zij sprongen eruit en begonnen met een stevige pas de zanderige bodem van de holle weg af te lopen.
malmasiva
🔗 Ik begon hierop te kloppen en uit het geluid bleek dat het voetstuk hol was.
(ledig; leeg; lens);
🔗 Dan zal dit kleinood dienen om zijn hol gepraat wáár te maken.
heist
🔗 Waarom hebben ze jou in verband met die roof gebracht?

DutchEnglish
roofhol den of robbers; robbers’ den
hol billowy; blatant; burrow; cave; cavern; cavernous; cavity; concave; covert; den; hang‐out; haunt; hole; hollow; kennel; lair; lodge; sunken; arse; ass; empty
roof slough; snatch; booty; depredation; grab; loot; pillage; plunder; rape; rapine; ravishment; robbery; spoils; scab; swag