English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word slough

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(marsh; swamp; bog; wetland; fen; marshland; morass; quag; quagmire)
(throw away; discard; dispose; dump; jettison); ; ;
(swampy; marshy)
marĉeca

EnglishDutch
slough afgeworpen vel; afwerpen; korst; modderpoel; moeras; poel; roof; roofje; slangevel; vervellen
slough off afwerpen; van zich afschudden
sloughing vervelling
sloughy met een korst bedekt; modderig; moerassig