English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word lodge

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(deposit; file; store; bank)
(box; loggia; loge)
(dwell; live; reside; stay; house);
(introduce; present; offer; perform; play; reenact; render; represent; constitute; tender; serve up)
🔗 The objections to state results expected to be lodged by a dozen Senate Republicans could drag out the process for hours and are likely to deepen the conviction of Trump voters, battered by a barrage of propaganda from the president and conservative media, that he was unfairly beaten in November.

EnglishDutch
lodge blijven steken; deponeren; herbergen; hol; huisje; huisvesten; huisvesting verlenen; huizen; hut; indienen; inleveren; inzenden; leger; leggen; loge; neerleggen; opslaan; optrekje; plaatsen; portierswoning; wonen; zetten
gardener’s lodge tuinmanswoning
hunting lodge jachtslot
lodge a bullet in een kogel jagen in
lodge a complaint zijn beklag indienen
lodge a complaint against een aanklacht indienen tegen; een klacht indienen tegen
lodge a complaint with zijn beklag indienen bij
lodge oneself zich nestelen
lodge with indienen bij; inleveren bij; inwonen bij; inzenden bij; wonen bij
masonic lodge vrijmetselaarsloge
dislodge losmaken; opjagen; verdrijven; verhuizen; verjagen
lodged gehuisvest
lodge‐keeper portier
lodgement huisvesting; plaatsing
lodger commensaal; inwonende; kamerbewoner; kamerbewoonster
lodging huisvesting; inwoning; kamers; logement; logies; woning