Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word postkantoor
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
🔗 Het was ongeveer één uur toen ze uit het postkantoor kwam. | ||
(bureau) | ||
🔗 Hij vraagt of je op zijn kantoor wil komen. | ||
(bureau; bureel) | ; | |
🔗 Jij wil van kantoor af en ik wil van de eenzaamheid af. | ||
(paal; stijl) | ||
🔗 Daarop knoopte ze de lakens en dekens aan elkaar en bond één uiteinde aan een post van haar bed, zoals ze dat op de kostschool geleerd had. | ||
(posterijen) | ; | |
🔗 Ik wil geen details aan de post toevertrouwen maar alleen zeggen dat ik dagelijks in levensgevaar verkeer, omdat ik in het bezit ben van een geheim. | ||
poŝtaĵoj | ||
🔗 Wie is de eerste die de post te zien krijgt? | ||
(ambt; betrekking; plaats) | ; ; | |
🔗 De ambassadeur is sinds vorige week weer op zijn post in Ṣanaʿāʾ na enkele weken vanuit Den Haag te hebben gewerkt vanwege de dreiging van een terroristische aanslag. | ||
🔗 Nog steeds hield hij vast aan zijn voornemen om op zijn post te blijven. |
Dutch | English |
---|---|
postkantoor | ⇆ post‐office |
hoofdpostkantoor | ⇆ general post; ⇆ general post‐office; ⇆ head post‐office |
hulppostkantoor | ⇆ sub‐office |
kantoor | ⇆ bureau; ⇆ chamber; ⇆ counting‐house; ⇆ office; ⇆ place |
post | ⇆ entry; ⇆ function; ⇆ item; ⇆ mail; ⇆ place; ⇆ post; ⇆ station; ⇆ office; ⇆ sentry; ⇆ picket; ⇆ post‐office |