Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word oord

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(plaats; plek; stee)
🔗 Wij komen van een afgelegen oord.
(verbanningsoord)
(bedevaartplaats)
place of pilgrimage
🔗 Ze is vaak in Kevelaer geweest, een bedevaartsoord in Duitsland, maar Lourdes kent ze niet.
health resort
rustoord
(skibaan)
🔗 Lech is onder Nederlanders een populair skioord.
(asiel; vrijplaats);
sanctuary
🔗 Was men dit voorbij dan zou China, Japan of Amerika een veilig toevluchtsoord voor Fogg opleveren.
(schuilplaats; toeverlaat; toevlucht)
sanctuary
; ;
refuge
🔗 Zou zij bij hem een toevluchtsoord en hulp vinden?
verbanningsoord
(ballingsoord)

DutchEnglish
oord dump; place
herstellingsoord health resort; sanatorium; convalescent home
kuuroord health resort; spa
lustoord bower; delightful spot; pleasure‐ground
recreatieoord recreation resort
rustoord retreat
toevluchtsoord ark; asylum; haven; port; refuge; sanctuary; haven of refuge
vakantieoord holiday resort; resort
verbanningsoord place of exile