Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word losgespen

Dutch	English (translated indirectly)	Esperanto
losgespen	unfasten	malbuki
🔗 Hij gespte zijn ski’s los.
gespen (vastgespen)	buckle	buki
🔗 Alle vijf droegen ze een kort zwaard, en een rond schild was op hun rug gegespt.
los (lynx)	lynx	linko
los	apart ; particular ; separate ; distinct ; distinctive ; own	aparta
🔗 Na twee losse deeltjes over kamerplanten en één over vaste planten is dit het vierde werkje in deze serie.
los (vrij)	baggy	loza
los (vrij)	free	libera
🔗 Mira liet de hond los.
los (ongedwongen; vlot; vrij)	freely ; openly ; unhindered	libere
los (luchtig; mul)	loose	malkompakta
los (vrij)	loose ; slack	malstreĉita
los (slap)	loose ; slack	malstreĉa
los	mobile ; movable	movebla
los	loose	nefiksita

Dutch	English
losgespen	⇆ unbrace; ⇆ unbuckle; ⇆ unstrap
gespen	⇆ buckle
los	⇆ casual; ⇆ clear; ⇆ cut; ⇆ detached; ⇆ disconnected; ⇆ disengaged; ⇆ disjointed; ⇆ dissolute; ⇆ fly‐away; ⇆ free; ⇆ gay; ⇆ lax; ⇆ light; ⇆ loose; ⇆ lynx; ⇆ unstuck; ⇆ slack; ⇆ unattached; ⇆ detachable; ⇆ easy; ⇆ informal; ⇆ loosely