Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word klaren

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(ophelderen; verhelderen)
(helder worden)
;
🔗 Tegen vijf uur was de helft van het karwei geklaard.
(helder; duidelijk);
🔗 De frisse koude en de ongewoon klare atmosfeer wezen op de onmiddellijke nabijheid van veel ijs.
(af; gereed; paraat);
🔗 De maaltijd is klaar.
(ophelderen; oplichten)
(ophelderen)
🔗 Het werd later in de ochtend en de lucht klaarde niet op.

DutchEnglish
klaren clarify; clear; defecate; fine; purify; settle
het begint te klaren the weather begins to clear up
hij zal het wel klaren he’ll manage
afklaren defecate; fine down; clarify; clear
inklaren clear; enter
klaar at the ready; clear; clearly; complete; in readiness; limpid; poised; ready; serene; set; all set; evident; finished; out of the way
klaring defecation
opklaren brighten; clear; clear up; light up; lighten; brighten up; make clear; elucidate; clarify
uitklaren clear