Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word kassucces

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
box‐office success
;
box‐office hit
kassukceso
🔗 Het titelverhaal, De muizeval, is als toneelstuk al jarenlang een kassucces.
(holte)
socket
(broeikas)
greenhouse
;
(fonds);
cash‐box
;
socket of the eye
;
eye‐socket
🔗 Toen de holle kassen hun blik op het zwaard in Conans hand vestigden, begon er een sinistere spookachrige gloed in te branden.
(welslagen)
🔗 Ik was minder zeker van dit succes.

DutchEnglish
kassucces box‐office hit; box‐office success
kas bezel; cash; chase; chest; exchequer; glasshouse; greenhouse; socket; case; cash desk; cash‐box; pay‐office; fund
succes achievement; hit; success; win; winner; score