English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word fund

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(cashier’s stand; money‐box; till; cash‐box);
(finance; bankroll)
🔗 And while Iran has long funded, equipped, and trained its proxy militias in the region with the goal of attacking Americans, the strike from this past week‐end was the first to kill US service members since the near daily assaults began four months ago.
🔗 Investors such as the New York State pension fund want companies to consider whether continuing to do business in Russia is worth the risks.
(defrayment)
🔗 Rand plays a significant rôle in America, with half of its funding coming from the US government.
refund
(reimburse)
ristorni
refund
(collateral; dividend; reimbursement; security)
sinking‐fund
(redemption; amortization; depreciation)
; ; ; ;
schulddelging
;

EnglishDutch
fund beleggen; consolideren; financieren; fonds; funderen; kas; stock; van fondsen voorzien; voorraad
be in funds goed bij kas zijn
benevolent fund ondersteuningsfonds; uitkeringsfonds
be out of funds slecht bij kas zijn
disaster fund rampenfonds
election fund verkiezingsfonds
emergency fund noodhulpfonds
expense funds representatiekosten
in funds goed bij kas
investment fund beleggingsfonds
pension fund pensioenfonds
provident fund steunfonds
public funds staatsgelden
relief fund ondersteuningsfonds
reserve fund reservefonds; reservepotje
school fund schoolfonds
sickness fund ziekenfonds; ziekenkas
trust fund door gevolmachtigden beheerd kapitaal
fund‐holder effectenbezitter; effectenhouder
funding financiering
funds contanten; effecten; fonds; fondsen; geld; kapitaal; staatspapieren
guarantee‐fund waarborgfonds
guaranty‐fund waarborgfonds
refund ristorno; terugbetalen; terugbetaling; teruggaaf; teruggave; teruggeven; terugstorten
sick‐fund ziekenfonds; ziekenkas
sinking‐fund amortisatiefonds
strike‐fund stakingskas