English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word greenhouse

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
greenhouse
(glasshouse)
;
greenhouse gas
🔗 Twelve months ago this whole valley was green.
🔗 For instance, why do you wear grey and not green?
(unripe; immature)
nematura
🔗 The house surprised her every time she saw it.
(dwell; live; reside; stay; lodge);
(accommodate)
onder dak brengen
🔗 This, the pirate was sure, housed the chieftain and his folk.

EnglishDutch
greenhouse broeikas; kas; oranjerie; serre
greenhouse effect broeikaseffect
greenhouse gas broeikasgas
green dorpsplein; fris; gazon; grasveld; green; groen; groen maken; groene thee; groener maken; have a green thumb; levendig; loof; milieuvriendelijk; nieuw; onervaren; onrijp; van meer groen voorzien; vers
house behuizing; binnenhalen; firma; house; huis; huisvesten; huisvesting verlenen; huizen; onder dak brengen; onderbrengen; schoolafdeling; schouwburgzaal; stallen; voorstelling; wonen; woning; zaal