Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word genoemd

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(gewag maken van; vermelden; gewagen van)
🔗 Je naam zal niet worden genoemd.
(uitmaken voor; vernoemen; heten);
dub
; ;
🔗 Een inwoner van Laos noemt men een Laotiaan.
;
🔗 Hij wordt meestal Rafe genoemd en komt uit een rijke familie.
(heten; bestempelen als); ;
label as
🔗 U hebt me een pad genoemd, zonder moed.
🔗 Het kind werd Jan genoemd en in Spijkenisse gedoopt.
(benoemen)
🔗 Dan is het niet gek dat hij wordt genoemd als opvolger van Tagliafico.
(aanhalen)
🔗 Welke redenen noemen zij?
voorgenoemd
(voorgemeld; voormeld; voornoemd)
;
antaŭmenciita
(zogenaamd; zogeheten)
tiel nomata
🔗 De bewindsvrouw lag de laatste tijd onder vuur vanwege het zogenoemde Windrush‐schandaal.

DutchEnglish
genoemd called; mentioned; named
eerstgenoemde first‐mentioned; former
laatstgenoemde latter; last‐named
noemen call; christen; cite; denominate; designate; dub; entitle; label; label as; mention; name; refer to; term; style
ongenoemd unnamed; anonymous
voorgenoemd above‐mentioned; afore‐said
zogenoemd so‐called