Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word gelijkheid

Dutch	English (translated indirectly)	Esperanto
gelijkheid (pariteit)	equality ; parity	egaleco
gelijk (effen; vlak)	even ; level ; smooth	ebena
gelijk (even; evenzeer; gelijkelijk)	alike ; equally ; evenly	egale
gelijk (eender; egaal; gelijkmatig)	equal ; even ; level	egala
🔗 Geen twee waren gelijk.
gelijk (effen; glad)	smooth	glata
gelijk (tegelijk; tevens)	at the same time	samtempe
gelijk (evenals)	according as	tiel, kiel
gelijk (als; zoals)	as ; like	kiel
🔗 Zodra wij iets meer weten, zullen we het aan de politie mededelen, gelijk onze plicht is.
ongelijkheid	disparity ; inequality	malegaleco
ongelijkheid	dissimilarity	malsimileco

Dutch	English
gelijkheid	⇆ equability; ⇆ equality; ⇆ evenness; ⇆ identity; ⇆ likeness; ⇆ par; ⇆ parity; ⇆ sameness; ⇆ similarity; ⇆ smoothness; ⇆ uniformity
op voet van gelijkheid	⇆ on an equal footing; ⇆ on equal terms; ⇆ on a footing of equality
gelijk	⇆ smooth; ⇆ alike; ⇆ as; ⇆ coequal; ⇆ commensurate; ⇆ equal; ⇆ equally; ⇆ even; ⇆ evenly; ⇆ flush; ⇆ identic; ⇆ identical; ⇆ level; ⇆ like; ⇆ uniform; ⇆ same; ⇆ together; ⇆ similar; ⇆ equivalent; ⇆ right; ⇆ similarly; ⇆ at the same time
ongelijkheid	⇆ disparity; ⇆ dissimilarity; ⇆ dissimilitude; ⇆ diversity; ⇆ imparity; ⇆ incongruity; ⇆ inequality; ⇆ unevenness
rechtsgelijkheid	⇆ equality; ⇆ equality of rights