English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word par

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
par
above par
(fine; great; excellent; superb; groovy)
at par
a pari
laŭnominala
at par
nominalvalora
at par
alpara

EnglishDutch
par gelijkheid; pari; parikoers
above par boven het gemiddelde; boven pari; uitstékend
at par a pari
be at par pari staan
below par beneden het gemiddelde; beneden pari; niet veel zaaks; ondermaats
be on a par gelijk staan; op één lijn staan
be on a par with gelijkstaan met
feel below par zich niet zo goed voelen
on a par gemiddeld
on a par with op één lijn met
par excellence bij uitnemendheid
put on a par gelijkstellen
put on a par with gelijkstellen met
that’s par for the course dat viel te verwachten
under par beneden het gemiddelde; beneden pari; niet veel zaaks
up to par voldoend; voldoende
par‐value parikoers