Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word daadkracht

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(arbeidsvermogen; energie)
🔗 Heer Tramador ging heen, lichtelijk verbaasd over koning Audry’s daadkracht.
(actie; handeling; verrichting); ;
(actie; handeling; prestatie; verrichting); ;
🔗 Voor die daden moest hij sterven.
🔗 Bereken de kracht die op het lichaam wordt uitgeoefend.
(sterkte);
vigour
(macht; vermogen)
🔗 Men zal mijn kracht leren kennen!
🔗 Ik heb je zo vernederd dat je niet eens meer de kracht hebt om er een einde aan te maken.
(sterkte);
🔗 De aardbeving op 11 maart had een kracht van 9,0 op de schaal van Richter.

DutchEnglish
daadkracht energy
daad achievement; act; action; deed; doing; exploit; fact; feat
kracht efficaciousness; efficacy; energy; expressiveness; force; fortitude; goodness; intensity; might; muscle; pith; potency; power; puissance; strength; vigour; zing; spirit; steel; stress; thews; employee; worker; vim; wallop