Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word aardig

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(lief; vriendelijk)
🔗 Aardig was hij niet, nee.
(amusant; leuk; lollig);
fun
(keurig; leuk)
(leuk)
nice
boneta
(tamelijk; vrij; redelijk)
fairly
; ; ; ;
fair
;
tidy
sufiĉe granda
(lief; vriendelijk); ; ;
most charming
afablega
most charming
ĉarmega
🔗 Daar zat, met zijn blote beentjes in het water, een alleraardigst vierjarig jongetje en naast hem stond een arme vrouw het hemd van haar man te wassen.
(onvriendelijk)
unkind
;
unpleasant
🔗 Was die agent onaardig tegen je?

DutchEnglish
aardig bonny; cunning; daintily; dainty; decent; dinky; fair; fairish; featly; fun; funny; good; handsome; jolly; kind; nice; nicely; nifty; pleasant; pleasantly; prettily; pretty; smart; sweet; tidy; witty
een aardig sommetje a pretty penny; a tidy sum of money
alleraardigst most charming
onaardig unfriendly; unpleasant; unkind; not nice