Afrikaans–English dictionary

English translation of the Afrikaans word skoonmaak

Afrikaans → English
  
AfrikaansEnglish (translated indirectly)Esperanto
(verrig; uitvoer; begaan; doen);
;
(vervaardig);
;
🔗 Charlotte maak of sy uit haar leë koffiebeker drink.
🔗 Motlanthe het ook gesê die Vrystaat is gereed om ’n groter rol in die strewe na skoner brandstof, veral biobrandstof, te speel.

AfrikaansEnglish
skoonmaak brush up; clean; cleaning; cleanse; clean‐up; clearing; deterge; dress; expurgate; gill; groom; gut; pick; polish; purify; sanify; scavenge; scavengery; scour; swab; trim; unclutter; weed; weeding
droogskoonmaak dry‐clean; dry‐cleaning
maak make; create; do; fabricate; fix up; render; shape; turn; forge; form; frame; incur; making; act; wage; work
skoon altogether; beauteous; beautiful; clean; bright; clear; fair; unadulterated; neat; nett; simply; slick; stainless; sublime; unsoiled
skoongemaak scoured
skoonmaakwoede cleaning‐frenzy
skoonmaker cleaner; cleanser; purifier; scourer
voorjaarskoonmaak spring‐cleaning